Ernstige stress van de moeder tijdens de zwangerschap blijkt de hersenontwikkeling van het ongeboren kind te beïnvloeden. Bij de moeder gaat het dan niet om: ‘gestressed zijn om de trein te halen’ maar om ‘wurgende’ crises in relaties, vechtscheidingen, problemen op het werk of dreigende faillisementen. Ook extreme omstandigheden als oorlogsomstandigheden in Syrië of heftige aardbevingen in Italië of Japan zijn buitengewoon stressvol. Dergelijke ‘stressoren’ leiden bij de meesten tot extreme angst.
In eerste instantie reageert het zenuwstelsel daarop met de activering van het sympathische zenuwstelsel. Noradrenaline komt vrij uit de zenuwen van de ganglia en uit het bijniermerg: het hart pompt sneller, bloedvaten trekken samen, de bloeddruk stijgt en de ademhaling versnelt. Als de angst langer aanhoudt ontstaat een klassieke stress-reactie. Via de hypothalamus en de hypofyse wordt de aanmaak van bijnierschors hormonen (corticosteroïden) opgejaagd. De bijnierschorshormonen in het bloed zorgen ervoor dat alle reserves in het lichaam gemobiliseerd worden om teweer te kunnen stellen tegen de fysieke en mentale problemen die dreigen of die plaats vinden.
Ernstige stress bij de zwangere moeder beïnvloedt op twee manieren de ongeboren vrucht. De verhoogde bloedspiegels van de hypofyse hormonen (als ACTH) en de corticosteroïden van de moeder bereiken via de placenta ook de foetus. Dat leidt ertoe dat minder receptoren voor deze hormonen aangelegd worden in het lichaam. Dat op zijn beurt maakt dat de regelmechanismen voor de stress reactie ook na de geboorte langdurig zoniet levenslang verstoord blijven. Daarnaast is de laatste jaren duidelijk geworden dat stress van de aanstaande moeder ook hersenontwikkeling verstoort. Eén van de verklaringen daarvoor is dat door de mobilisatie van de energiereserves voor de moeder de hersenontwikkeling bij de foetus tekort komt. Een andere verklaring is dat door beïnvloeding van specifieke genen bij de foetus bepaalde ontwikkelingen verstoord worden. Zo is bijvoorbeeld aangetoond (fMRI onderzoek) dat de aanmaak van zenuwcellen die serotonine produceren verminderd is. In neuropsychologisch onderzoek werd aangetoond dat bij kinderen van moeders die perioden met ernstige stress doormaakten – ADHD, ASS en depressieve klachten versterkt voorkomen. De verstoorde hersenontwikkeling zou daar een oorzakelijke factor in kunnen zijn.
Heel opmerkelijk is dat ook stress bij de aanstaande vader (vóór de conceptie) de ontwikkeling van het kind verstoort. Ernstige stress (denk aan soldaten in oorlogssituaties) beïnvloedt het gedrag van het kind. ADHD en depressieve klachten kwamen frequent voor en die gedragsveranderingen zouden misschien nog te verklaren kunnen zijn door een verstoorde opvoeding door de vader. Maar hersenscans van de kinderen toonde globale veranderingen en in recent dierexperimenteel onderzoek bleek dat stress bij mannetjes-ratten (vóór de copulatie) tot veranderingen leidde, o.a. in de hersenschors van de nakomelingen. De interpretatie van deze bevindingen is dat er door stress via niet-coderend RNA bepaalde genen geïnactiveerd worden waardoor er functionele veranderingen in het genoom van de spermacellen optreden die vervolgens de hersenontwikkeling en ook het gedrag veranderen.
De ‘normale’ ontwikkeling van de hersenen en de invloeden van stress, een prenatale groeiretardatie, een premature geboorte en vele andere aspecten komen aan de orde in de ITON-cursus Kinderneuropsychologie in Zwolle (maart-april 2021) en in Haarlem (oktober-november 2021).